Regenboog MKAL 

Pride MKAL: Pakket 1 - Regenboog
Pride MKAL: Pakket 2 - Regenboog in lichte kleuren
Pride MKAL: Pakket 3 - Regenboog in donkere kleuren

Omschrijving

Speciaal voor ‘Pride Month’ komt iWoolly met dit gratis patroon voor een sjaal in regenboogkleuren. Tijdens de pride staat de emancipatie van de LGBTQ+ community centraal en dat juichen wij toe! We nodigen iedereen uit om mee te breien aan deze vrolijke MKAL zodat wij het hele jaar door onze kleuren kunnen tonen! Waar dit voor staat? lesbian, gay, bisexual, transgender, transsexual, two-spirited, queer, questioning, intersex, asexual, ally (hetero mensen die hun support uiten). 

We hopen dat je een heerlijke kleur hebt uitgekozen en de naalden die jij het fijnste vindt, en dan wensen wij van iWoolly je vooral heel veel plezier!

Materialen

  • 6 bolletjes wol in de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw en paars. Wij verkopen drie verschillende pakketten hiervoor in Lana Grossa Ecopuno, maar gebruik ook vooral de leuke bolletjes garen die je thuis nog hebt liggen!
  • Naalden in de maat 4 mm. Dit kunnen rondbreinaalden zijn maar ook rechte naalden omdat je tenslotte een sjaal heen en weer breit.

Start Patroon

Week 1: I-cord leren + gedraaide steken

Yes, de MKAL gaat van start! ? Welkom! In deze week starten we met het eerste kleurblok van de sjaal. De eerste techniek die je deze week leert is de ‘i-cord”. De i-cord is een wijze waarop je de randen van je project kunt afwerken op een heel nette manier. Daarnaast gebruiken we in het eerste kleurblok een simpele textuur van gedraaide steken die een prachtig effect oplevert. Laten we beginnen!

Pak je breinaalden erbij (4 mm) en zet 114 steken op, startend met de rode kleur. Wij raden voor het overzicht aan om daarnaast twee stekenmarkeerders bij de hand te houden. Later in het patroon licht ik toe waar/wanneer we deze plaatsen.

Let er op dat je steeds de draad naar voor haalt voordat je de laatste drie steken averecht afhaalt. Tip: brei die drie steken op de volgende naald vooral losjes, zodat de rand niet gaat trekken.

Toer 1-9= Brei alle steken R tot aan de laatste 3 steken, 3AV afh.

Je ziet nu aan de zijkanten een gerolde rand ontstaan – dat is de i-cord! We hebben daarmee het begin van de sjaal op de naald staan en gaan nu verder met de textuur van het eerste blok. We plaatsen hierna de stekenmarkeerders om te zorgen voor overzicht. Zij vormen de scheidslijn tussen enerzijds de textuur van dat blok en anderzijds de zijkantafwerking die de gehele sjaal hetzelfde blijft.

Toer 10= 9R, PM, R breien tot laatste 9 steken, PM, 6R, 3AV afh.
Toer 11= 9R, VM, AV tot volgende SM, VM, 6R, 3AV afh.
Toer 12= 9R, VM, R gedr. breien tot SM, VM, 6R, 3AV afh.
Herhaal toer 11 en 12 tot de gewenste lengte, eindigend met toer 11.

Vind je al die afkortingen nog lastig om te lezen? We hebben hieronder de toeren uitgeschreven zodat je het woord voor woord kunt volgen:

Toer 1-9= Brei alle steken recht tot aan de laatste 3 steken. Haal die drie steken averecht af (zonder ze te breien) terwijl je het draad aan de voorkant van het werk houdt. Keer je werk en ga naar de volgende toer.

Toer 10= Brei 9 steken recht, plaats stekenmarkeerder, brei vervolgens alle steken recht tot de laatste 9 steken, plaats stekenmarkeerder, brei 6 steken recht en haal de laatste drie steken averecht af (zonder ze te breien) terwijl je het draad aan de voorkant van het werk houdt. Keer je werk en ga naar de volgende toer.
Toer 11= Brei 9 recht, verplaats stekenmarkeerder naar de linker naald, brei vervolgens averecht tot de volgende stekenmarkeerder, verplaats stekenmarkeerder naar de rechter naald, brei 6 steken recht en haal de laatste drie steken averecht af (zonder ze te breien) terwijl je het draad aan de voorkant van het werk houdt. Keer je werk en ga naar de volgende toer.
Toer 12= Brei 9 recht, verplaats stekenmarkeerder naar de rechter naald, brei recht in de achterste lus tot de volgende stekenmarkeerder, verplaats stekenmarkeerder naar de linker naald, brei 6 steken recht en haal de laatste drie steken averecht af (zonder ze te breien) terwijl je het draad aan de voorkant van het werk houdt. Keer je werk en ga naar de volgende toer.
Herhaal toer 11 en 12 tot het kleurblok de gewenste lengte heeft of je bolletje wol op is. Eindig met een toer 11.

Week 2: Vlechtsteek

Voor week 2 van de regenboogsjaal hebben we een patroon gekozen dat een gevlochten effect heeft. Het patroon ziet er kunstig uit maar wordt enkel gecreëerd door een simpele combinatie van rechte en averechte steken, dus laat je vooral niet afschrikken?. Pak je oranje bolletje garen erbij en ga van start met toer 1!

Toer 1= 9R, VM, R tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 2= 9R, VM, AV tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 3= 9R, VM, R tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 4-6= 9R, VM, (2R, 2AV) herhalen tot volgende SM, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 7= 9R, VM, R tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 8= 9R, VM, AV tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 9= 9R, VM, R tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 10-12= 9R, VM, (2AV, 2R) herhalen tot volgende M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.
Herhaal toer 1-12 tot de gewenste lengte, eindigend met een toer 6 of toer 12.

Week 3: Kantwerk

Deze week gaan we een simpel kantpatroon breien. Dit ziet er al snel ingewikkeld uit, maar dat valt heel erg mee. Nieuwe steken die je hierbij nodig hebt zijn: ‘twee samenbreien’ en een ‘omslag’.

2 recht samenbreien (2RS): steek je naald van links naar rechts in de voorste lussen van twee steken tegelijk en brei ze samen recht alsof het één steek is.

Omslag: sla de draad (van onder naar boven) om je rechternaald.

We gaan weer beginnen met een nieuwe kleur! Pak je gele bol erbij.

  1. 9R, VM, R tot M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afhalen.
  2. 9R, VM, AV tot M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3 AV afhalen.
  3. 9R, VM, 2R, (2RS, Omslag , 2R)* Herhaal * tot 2 steken voor de M, 2R, VM, 6R, breng draad voor werk, 3 AV afhalen.
  4. 9R, VM, AV tot M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3 AV afhalen.
  5. 9R, VM, R tot M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afhalen.
  6. 9R, VM, AV tot M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3 AV afhalen.
  1. 9R, VM, (2RS, omslag, 2R)* Herhaal * tot M, VM, 6R, breng draad voor werk 3AV afhalen.
  2. 9R, VM, AV tot M, VM, 6R, breng draad voor werk, 3 AV afhalen.

Herhaal rij 1 t/m 8  tot het einde van je bolletje of tot je werk lang genoeg is. Eindig met een toer R en een toer AV.

Kantpatronen worden vaak in een schema weergegeven. Hieronder staat het schema voor dit kantpatroon. Je leest het schema van rechts naar links op de heengaande rij (oneven rijen, de ‘goede kant’), van links naar rechts op de teruggaande rij (even rijen, de ‘achterkant’) en van onder naar boven,  net zoals je breit.


Brei de eerste twee steken na de markeerder tot je bij het roodomrande gedeelte komt. Het stuk tussen de rode lijntjes herhaal je steeds tot er nog twee steken voor de markeerder over zijn. Brei de overige twee steken als aangegeven.

Week 4: Geweven gerstekorrel

In deze week gaan we aan de slag met een variant op de gerstekorrelsteek. Normaliter wordt er bij de gerstekorrelsteek een rechte steek afgewisseld met een averechte. In deze variant brei je echter alleen rechte steken, afgewisseld met steken die je zonder te breien averecht afhaalt. Het is hierbij belangrijk om op de positie van je draad te letten. Na elke rechte steek verplaats je de draad naar de voorkant van het werk voordat je de volgende steek afhaalt. Hierna haal je het draad weer naar de achterkant van het werk om je rechte steek te kunnen breien. Dit zorgt ervoor dat het draad zich om die steek heen weeft (en dus in zicht is!). Trek niet te hard aan je draad, anders trekt je werk samen. Ga aan de slag met je groene bolletje garen en volg het patroon dat bestaat uit een herhaling van 4 toeren. Je ziet dan vanzelf een prachtig werk ontstaan!

Start met het breien van een toer R en een toer AV. Ga vervolgens verder met de toeren 1-4 en blijf deze herhalen.

Toer 1= 9R, VM, (1R, draad voor werk, 1 AV afh.) herhalen tot volgende SM, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 2= 9R, VM, (draad voor werk, 1 AV afh., 1R) herhalen tot volgende SM, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 3= 9R, VM, (draad voor werk, 1 AV afh., 1R) herhalen tot volgende SM, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Toer 4= 9R, VM, (1R, draad voor werk, 1 AV afh.) herhalen tot volgende SM, VM, 6R, breng draad voor werk, 3AV afh.

Herhaal rij 1 t/m 4  tot je werk de gewenste lengte heeft, eindigend met een toer 4. Brei hierna nog een toer R en een toer AV.

Week 5: step up kantwerk

Deze week hebben we weer een leuk kantpatroon. De meeste steken hiervan hebben we al een keer gebruikt in deze MKAL. Nieuw is de ‘SSK’. In het Engels is dit ‘slip slip knit’, wat zoveel wil zeggen als ‘afhalen, afhalen en samenbreien’. Deze steek geeft net als de eerder gebruikte ‘twee recht samenbreien/2RS’ een mindering, met als verschil dat de 2RS naar rechts leunt en de SSK naar links. Dit geeft de mooie schuine lijnen in dit patroon.

De SSK brei je door een steek af te halen alsof je recht gaat breien, dit doe je daarna nog een keer. Vervolgens steek je je linkernaald aan de voorkant in de twee zojuist afgehaalde steken. Je kunt nu de twee steken recht samenbreien, in de achterste lussen.

uitleg filmpje: https://youtu.be/xFmc2fPbBHI 

Pak de blauwe bol erbij en begin te breien. Brei eerst 1 toer recht, daarna 1 toer averecht. Daarna begint het eigenlijke kantpatroon. In het patroon geven we voor de duidelijkheid aan of je aan de goede kant (GK) of de achterkant (AK) van het patroon zit. Aan de achterkant brei je steeds alleen maar averecht.

LET OP: onderstaand schema is voor de steken tussen je markers, blijf de 9 kantsteken aan iedere zijde wel breien, dus steeds beginnen met 9R, verplaats marker, *schema*, en dan eindigen met verplaats marker, 6R, breng draad voor je werk en haal 3 steken averecht af.

  1. (GK) 3R, *1R, omslag , ssk, 7R, 2RS, omslag, 1R*. Herhaal **. 2R.
  2. (AK) Hele toer AV.
  3. (GK) 3R, *2R, omslag, ssk, 5R, 2RS, omslag, 2R*. Herhaal **. 2R.
  4. (AK) Hele toer AV.
  5. (GK) 3R, *3R, omslag, ssk, 3R, 2RS, omslag, 3R*. Herhaal **. 2R.
  6. (AK) Hele toer AV
  7. (GK) 3R, *4R, omslag, ssk, 1R, 2RS, omslag, 4R*. Herhaal **. 2R.
  8. (AK) Hele toer AV

Herhaal toer 1 t/m 8 tot je blok lang genoeg is of tot je bolletje bijna op is.

Eindig met 1 toer R en 1 toer AV

In een schemaatje:

Week 6: Streepjes

Voor de laatste week van deze fijne MKAL hebben we een leuke steek bedacht die weer wat nieuwe technieken vereist. De steek bestaat uit drie stappen, die we hieronder uitleggen. Pak vooral ook ons filmpje op Instagram/Facebook en YouTube erbij, zodat je kunt zien hoe de steek gebreid wordt.

Nu volgt eerst de uitleg van de steek, daaronder begint het patroon.

Stap 1 = (T1) Steek je rechternaald van voor naar achter onder het  horizontale draadje dat zit tussen de steek die je net gebreid hebt en de volgende steek.  Dit tussendraadje wordt dan een soort extra steek op je rechternaald.
Stap 2: (2R) Zonder je iets aan te trekken van het extra draadje dat nu op je rechternaald zit, brei je de volgende twee steken recht. 

Stap 3: (1afh. over 2 st.) Haal het tussendraadje dat je in stap 1 hebt opgepakt over de twee gebreide steken heen en van de naald af. Het resultaat is dat dit draadje om de twee gebreide steken heenvalt. 

Start het kleurblok met het breien van een toer R en een toer AV met je paarse bolletje garen. Ga vervolgens verder met de toeren 1-4 en blijf deze herhalen.

LET OP: de 9 kantsteken blijven van toepassing, dit is alleen het deel tussen je stekenmarkeerders.

Toer 1=  (2R, T1, 2R, 1 afh over 2 st.) herhalen

Toer 2= alles AV

Toer 3= (T1, 2R, 1 afh over 2 st., 2R) herhalen

Toer 4= alles AV

Brei niet je hele bolletje op, want we ronden de sjaal af zoals we begonnen zijn, namelijk met 9 toeren ribbelsteek/garter stitch. Dit betekent dat je in deze toeren alle steken recht breit. Let er wel op dat je de laatste drie steken averechts afhaalt met het draad aan de voorkant om de mooie i-cord ook hier in stand te houden. 

Weet je niet goed wanneer je moet beginnen met de ribbelsteek? Pak je keukenweegschaal erbij. Grofweg zal je ongeveer 8 of 9 gram nodig hebben. (Hoezo dat dan? Nou, je bolletje weegt 50 gram, je kan er ongeveer 30cm mee breien en de rand is ongeveer 5 cm, dus 1/6 van je bolletje)

Werk je losse draadjes weg en… wear your flair!

 

 Gebruikte steken + Uitleg

Met dit patroon brei je één voor één de verschillende kleuren van de Pride-vlag net zolang tot het bolletje op is. Voor elk van de 6 kleurblokken hebben we een leuke breisteek bedacht.

Dit zijn de afkortingen die gebruikt worden in dit patroon:

R Recht breien
AV Averecht breien
PM Plaats een stekenmarkeerder
M (Steken)Markeerder
VM Verplaats stekenmarkeerder van linkernaald naar rechternaald
R gedr. Recht breien in achterste lus/achter insteken en recht breien. Dit levert een verdraaide steek op.
3 AV afh. Haal drie steken averecht af. LET OP: terwijl je de draad aan de voorkant van het werk houdt
Omslag sla de draad van onder naar boven om je rechternaald
2RS brei 2 steken recht samen (uitleg week 3)
SSK Slip slip knit; haal 2 steken 1 voor 1 af alsof je ze recht gaat breien, steek je linkernaald in de voorkant van de twee steken en brei ze samen door de achterste lussen (uitleg week 5)
T Tussendraadje oppakken met rechternaald (uitleg en filmpje week 6)

Tip: Gebruik je ander garen dan het garenpakket? Hou dan ongeveer 30cm per kleurblok aan voor een royaal eindresultaat van 1.80meter. Langer of korter mag uiteraard ook, doe wat jij leuk vindt!